De bevrijding van Zeumeren

DE BEVRIJDING VAN ZEUMEREN OP 16 EN 17 APRIL 1945

 

Naar aanleiding van mijn verslag van de bevrijding op 16 april 1945 van Wessel, het Garderbroek en Wencop, in “Oud Barneveld” nummer 85 van mei 2008, werd met Hennie en Kees Mulderij in Zeumeren afgesproken om ook de aansluitende bevrijding van Zeumeren vast te leggen. Hennie en Kees hebben een aantal in Zeumeren geboren en getogen ooggetuigen van de bevrijding, allen 75 plussers, uitgenodigd en op 24 februari jl. hadden we een samenkomst bij de familie Mulderij op “Maasjesland” aan de Zeumerseweg, nr. (2) op het kaartje van Zeumeren.

V.l.n.r.: Jannie van de Broek – Broekhuis, Henk van Drie, Maartje de Wit – Versteeg, Heimen Versteeg, Hennie Versteeg, Hennie Mulderij – van Puurveen, Jan Donkersgoed en Gert Jan van Elten.

Foto: Kees Mulderij.

De interviews op Maasjesland:

Om hun mondelinge ooggetuige verslagen niet te onderbreken, had ik mijn videocamera meegenomen. Henk van Drie (5) vertelde van wat hij had gezien op maandag 16 april tijdens gevechten en verkenningen door de Canadezen in de buurt. Hij vertelde ook van het gedurende de avond en nacht met tussenpozen schieten van de Canadezen met hun kanonnen onder andere op Nijkerk, waarbij een schoolkameraad van Henk in Nijkerk was omgekomen. Voorts van het verplaatsen van de tanks op dinsdag 16 april uit het gebied van (1) en (2) naar (8). Jan Donkersgoed, geboren op Maasjesland, vertelde van zijn, ondanks het vlakbij schieten door de Canadezen, heel rustig slapen van maandag op dinsdag in de schuilkelder, terwijl de Canadezen, om paraat te zijn, met opgetrokken knieën zittend moesten slapen in hun tanks. Maar hij herinnert zich vooral ook het ontspannen gedrag van de Canadezen buiten de tanks rond hun boerderij (2) met het op hun gemak scheren, eieren bakken, rusten en eten tijdens de perioden dat er geen acties waren. Ook heeft hij gezien dat er mensen van het verzet als gids vóór op tanks zaten. Daarvan is er één, ene de Vries, een onderduiker bij Hammer aan de Wencopperweg, omgekomen. Hennie, Maartje en Heimen Versteeg vertelden van de colonnes Duitse soldaten, die zich op maandagavond, lopend uit het Garderbroek komend, via de Schoonengweg (10) en het voormalige Zeumerse Voetpad langs nu Nieuw Avondrust, terugtrokken op Voorthuizen. Ze hebben gezien dat een oudere Duitser zich had laten vallen, stellig met de bedoeling er tussen uit te knijpen om zich later over te geven aan de Canadezen, maar jonge SS-ers, of van de Hitlerjugend, lieten dat niet toe en waren juist heel fanatiek. Kees Mulderij, die destijds aan de Kerkstraat in Voorthuizen woonde, vertelde van de beschietingen door de Canadezen op Voorthuizen gedurende de nacht en dinsdagvoormiddag terwijl de familie Mulderij schuilde in de kelder. Voorts van het zuiveren van de Kerkstraat van Duitsers op dinsdagnamiddag door Canadezen die van de carriers sprongen en met hun geweren in de aanslag links en rechts langs de huizen liepen en die ook binnengingen op zoek naar Duitse soldaten. Ook dat daar geen zware tanks bij betrokken waren. Die kwamen pas op woensdag langs. Voorthuizen en de Prinsenkamp hebben zwaar geleden onder de felle gevechten en artillerie beschietingen maar dat is een apart verhaal.

Overzichtskaart Zeumeren

Video-opnamen ter plaatse:

De ooggetuigenverslagen van Henk van Drie en Heimen Versteeg waren voor mij aanleiding om aansluitend een en ander ook ter plaatse van de boerderijen aan de Baron van Nagellstraat (5) en de Schoonengweg (10) op video vast te leggen.

De video-opnamen van de interviews op Maasjesland en van de eerste twee ter plaatse heb ik reeds vertoond op de jaarvergadering van “Oud Barneveld” in Barneveld en na de dodenherdenking op 4 mei j.l. in de zaal van Kerkheem aan de Kerkstraat in Voorthuizen. Beide keren zaten de zalen propvol met belangstellenden en ”Van het één komt het ander”. Want de vertoning van de film in Kerkheem heeft geleid tot drie extra ooggetuige verslagen ter plaatse, namelijk van Corrie Schouten op (7), Gert Koudijs op (3) en Cees Brons bij het veevoederbedrijf Brons (12) aan de Molenweg in Voorthuizen. Zij gaven interessante aanvullingen op de route van de tanks en andere gebeurtenissen tijdens de bevrijding van Zeumeren en de gevechten tussen Duitsers in Voorthuizen en Canadezen in het Johannabos (11). Door de verhalen van hun ervaringen is me duidelijk geworden waardoor de colonne tanks op dinsdag 17 april voor het ca. één kilometer verplaatsen dóór Zeumeren van (1) en (2) naar (8), ongeveer even veel tijd nodig hebben gehad als de vorige dag voor de vele kilometers van Otterlo tot in Zeumeren. Het is duidelijk dat daar goede redenen voor zijn geweest. Op de route van Otterlo tot Zeumeren was er namelijk vrij weinig weerstand van de Duitsers en de Duitse stelling bij Gelkenhorst vóór Barneveld kon men ontwijken door rechtsaf te slaan in de richting van het Garderbroek. Zie “Oud Barneveld” nr. 85 van mei 2008. Kort voor Voorthuizen werd dat geheel anders want de Duitsers moesten het knooppunt van wegen in Voorthuizen tot het uiterste verdedigen om de mogelijkheid voor het terugtrekken van hun troepen op de Veluwe, naar achter de waterlinie in de Gelderse Vallei, open te houden. En de Canadezen hadden speciaal de opdracht die vluchtweg af te snijden door van Arnhem zo snel mogelijk door te stoten naar het IJsselmeer.

Aan de hand van de interviews en vooral van de ooggetuigenverslagen van Henk van Drie, Jan Donkersgoed en Corrie Schouten kon ik weer een kaartje maken van de route van de colonne tanks en de plaatsen van de hieronder beschreven gebeurtenissen langs die route op dinsdag 17 april 1945. Uit het verslag van wat Kees Brons aan de Molenweg vertelde is nu ook meer bekend van mitrailleurvuur over en weer en gevechten van maandagavond tot dinsdagnamiddag tussen Canadezen in het Johannabos (11) en Duitse troepen in Voorthuizen. Die Canadezen in het Johannabos moeten via de Garderbroekerweg naar Voorthuizen zijn gekomen. Ook het tijdstip en de vermoedelijke oorzaak van de brand van de molen aan de noordzijde van Zeumeren, toen nog aan de rand van het dorp gelegen, zijn nu bekend.

Route van de colonne tanks door Zeumeren richting Voorthuizen:

Henk van Drie, zijn broer Joh en een in Amerika geboren Amsterdammer stonden op maandagnamiddag 16 april op het erf van de boerderij (5) en hoorden om een uur of vier aan het zware gebrom in de verte, de tanks van de Canadezen uit het Garderbroek steeds dichterbijkomen. De A1 met de parallelwegen was er toen nog niet en de Oude Zeumerseweg liep toen nog door in de richting van de spoorlijn en heet daar nu Mercuriusweg. Men had op maandag gezien dat de Duitsers een artilleriestelling bouwden dicht tegen de boerderij van Evert Burgers (4) aan de Baron van Nagellstraat, met de loop van het kanon op Zeumeren gericht en dat ze dat camoufleerden. Die boerderij is na aanleg van de A1 nog enige tijd blijven staan binnen de lus van de oprit naar Apeldoorn. Ook was er die dag heel intensief Duits militair verkeer op de Baron van Nagellstraat geweest. Om een uur of zes kwam de eerste tank over de kruising van de Zeumerseweg en de Oude Zeumerseweg bij (2) en reed tot de boerderij van Jan Koudijs (3) aan de Oude Zeumerseweg. Op dat moment schoten de Duitsers met het kanon bij (4) op de tank maar de granaat ketste af en belandde in het dak van het achterhuis van Koudijs. Gert Koudijs vertelde dat hij op dat moment als jongen van zes jaar met zijn vader achter het huis en vrij dicht bij de tank had gestaan maar alleen de muur en de hoek van het dak van het achterhuis werden beschadigd en er volgde geen brand.

Gert Koudijs staat waar hij toen met zijn vader stond. De tank stond op de voorgrond rechts.

Ook Henk van Drie heeft dat alles, vanaf het erf thuis, heel duidelijk zien gebeuren. Henk heeft het afvuren van het kanon door de  Duitsers gezien, kon de granaat zelfs volgen en zag het afketsen op de tank en daarop volgend het ontploffen in het dak van het huis. Voorts dat daarna de schutter van de tank direct reageerde en met één schot uit zijn kanon het Duitse kanon bij (4) uitschakelde, waarbij tevens de zijgevel van de boerderij van Burgers werd beschadigd. Ook die granaat heeft hij met zijn ogen kunnen volgen en zien ontploffen. De Duitsers hebben toen meteen een rookgordijn gelegd en zijn van de stelling in westelijke richting weggevlucht. Henk heeft later de huls van de granaat bij (3) in de sloot gevonden en als souvenir meegenomen.

Henk van Drie met de huls van de granaat. Op de achtergrond het weiland waar een van de Canadese verkenners is gesneuveld.

Enige tijd later waren een tiental Canadese verkenners, onder dekking van spervuur van de tanks, langs de nu nog steeds bestaande heg van hakhout parallel aan de later doorgetrokken Zeumerseweg langs de A1, bij hen door het grasland gekropen. Kennelijk om poolshoogte te gaan nemen bij Burgers. Maar al eerder hadden Henk en de andere kijkers ook gezien dat er Duitsers liepen rond het witte huis van Jan Niemeier (6). De Engels sprekende Amsterdammer heeft de langs de heg kruipende Canadezen dat nog toegeroepen zodat ze waren gewaarschuwd. Dat witte huis stond op de plaats waar nu “De locomotief” staat en is een jaar of tien geleden afgebroken om plaats te maken voor een toegang naar de parallelwegen richting Zeumeren en Harselaar Oost. Maar die Duitsers moeten dat waarschuwen ook hebben  kunnen zien en horen en Henk realiseert zich nu welke risico’s men daarmee heeft genomen. Toen de Canadezen tot ter hoogte van de boerderij van Van Drie waren gevorderd vielen er plotseling een aantal granaten in het weiland waarbij voor hun ogen één van de Canadezen dodelijk werd getroffen, waarop de overige verkenners teruggingen. Pas toen er dichterbij ook granaten vielen zijn zij zelf op handen en voeten kruipend langs de gebouwen naar de schuilkelder gevlucht. Die granaten schijnen te zijn afgevuurd door kanonnen van Duitse troepen op Boeschoten. Pas ‘s avond laat in de schemering had een Canadese Rode Kruis Brigade het lijk van de gesneuvelde verkenner opgehaald. Corrie Schouten, dochter van Rijer Schouten, woonde toen aan de overkant van de Baron van Nagellstraat op (7). Maar omdat toen de hele familie met een aantal evacués in de schuilkelder naast de hooiberg zat, heeft men niets gemerkt van de tragische gebeurtenissen bij Van Drie. Toen ze ‘s avonds laat wat hoorden op het erf en gingen kijken ontmoette men tussen de hooiberg en de schuur hun eerste Canadezen. Blijkbaar ook verkenners. Wat een blijdschap! Ook de familie Schouten had een Engels sprekende tolk, een evacué uit Oosterbeek, in huis. Men heeft de Canadezen limonade te drinken gegeven en sigaren van eigenbouw tabak. Uit blijdschap heeft men het grote nieuws ook naar de buren geroepen maar de Canadezen hadden hen getemperd omdat er nog Duitsers in de buurt zouden zitten en daar waren zij naar op zoek. De naaste buren, de familie Dusschoten van de Baron van Nagellstraat, maar die te dicht bij de spoorlijn woonden, verbleven toen tijdelijk in een kippenhok bij (9) aan de overzijde van de Baron van Nagellstraat. Zij zagen toen wel de twee Duitse soldaten die, zich achter de bomen verschuilend en met hun geweren in de aanslag, in de richting van Schouten liepen. Toen men van de Canadezen afscheid had genomen en net weer op weg was, terug naar de schuilkelder, hoorde men vlakbij hevig schieten. Toen vader Schouten later voor het slapen gaan, besloot om de luiken voor de ramen te gaan sluiten, vond hij een gesneuvelde Canadees bij de keukendeur. Die is daar de hele nacht blijven liggen. Corrie vertelde dat ontroerd en het schrijnende detail dat hij de eigenbouw sigaar nog achter het oor had gehad. En het was zo’n knappe jongen! Heel emotioneel voor haar en dat is te begrijpen. Het slachtoffer werd pas de volgende morgen door Canadese Rode Kruis soldaten gevonden en met een kleed afgedekt en de helm erop in de berm van de Baron van Nagellstraat gelegd. De over de Baron van de Nagellstraat passerende Canadese troepen hadden saluerend hun respect betuigd. Dat was tijdens de opmars van de tankcolonne door het bouwland op dinsdagvoormiddag van (1) en (2) naar (4) en verder over de Baron van Nagellstraat voor hun huis langs naar (8) tot een Rode Kruis Brigade het lichaam kwam weghalen. Het kostte Corrie veel moeite om ook deze details van het voor haar zeer emotionele gebeuren te vertellen, anderzijds wilde ze het kennelijk kwijt en liet me ook de gaten van de Duitse kogels bij de keukendeur in de buitenmuur zien. De kogelgaten in de voorgevel zouden er op kunnen duiden dat de andere Canadees voor het huis langs aan de kogels van de twee Duitsers is ontkomen. De tanks stelden zich op aan de overzijde van de Baron van Nagelstraat met de kanonnen naar het westen gericht. Er ontstond op straat een drukte van belang en ook op het erf van Schouten kwamen verschillende militaire voertuigen te staan. Vele Duitse gevangenen kwamen op dinsdag met de handen in de nek uit de richting van Barneveld lopen en werden hier door de Canadezen overgenomen. Diep onder de indruk had ze, voor aan de straat staande, dat alles aangezien. Vader Schouten maakte zich echter ernstige zorgen over een te verwachten wederzijds kanonvuur maar dat bleef gelukkig uit. Henk van Drie herinnert zich dat de tanks later in de namiddag om een uur of vier van (8) zijn vertrokken in de richting van Voorthuizen. Maar destijds heeft hij niets ervaren van het drama dat zich de avond tevoren had voltrokken bij de buren Schouten. Corrie wist ook te vertellen dat de toen alom bekende meester Gerritsen, onderwijzer aan de Hervormde School aan de Kerkstraat in Voorthuizen en lid van een verzetsgroep, toen heel actief was met het informeren van de Canadezen over de stellingen van de Duitsers in en rond Voorthuizen. Zijn school is toen, tijdens de beschietingen van de zogenaamde Ring op het meest noordelijke einde van de Kerkstraat, helaas door brand geheel verloren gegaan.

Corrie Schouten wijst op één van de kogelgaten in de buitenmuur van de keuken.

Het terugtrekken van Duitse troepen uit het Garderbroek op Voorthuizen.

Kees Versteeg van de Schoonengweg (10) was met zijn twee oudste zoons, waaronder Heimen, op maandag 16 april vóór de boerderij aan het werk met wegverbeteringen toen een passant hen vertelde dat de Canadezen in aantocht waren en al in het Garderbroek waren aangekomen. Kort daarop kwam er een groep Duitse soldaten lopend in de richting van het dorp langs en Kees Versteeg had tegen hen gezegd: “Geef je maar over want het is voor jullie toch gebeurd, de Canadezen zijn al in het Garderbroek”. Dat hadden ze kennelijk verstaan want enkele jonge soldaten, mogelijk van de Hitler Jugend, hadden luid teruggegroet met “Heil Hitler”. Ze liepen door en vervolgens rechtsaf over het voormalige Zeumerse Voetpad in de richting van het huidige Nieuw Avondrust. Kennelijk voelden ze zich toch erg beledigd want vanaf het Zeumerse Voetpad schoot men alsnog dwars door de kruiwagen zodat de spanen hout er af vlogen. Dat was wel schrikken want de kruiwagen stond tussen Heimen en zijn broer in. De Versteegs hadden toen dekking gezocht in de sloot langs de weg maar ook daar kwamen de kogels tot dichtbij in de rand van de sloot. Daarop was men naar huis gerend maar ook toen hadden de Duitsers nog een paar maal op hen geschoten waarbij de takken van de heg naast hen het moesten ontgelden. Heimen is er stellig van overtuigd dat er gericht op hen is geschoten. Men besloot voor de rest van de dag binnen te blijven. Wel waren er later in de avond nog meer groepen Duitse soldaten langs gekomen. Gedurende de nacht van maandag op dinsdag is de hele familie Versteeg, vanwege de beschietingen door de Canadezen op Voorthuizen, onder andere vanaf Gelkenhorst aan de Valkseweg, niet uit de kleren geweest en heeft men de nacht doorgebracht op de deel bij de koeien. Van de colonne Canadese tanks heeft men er ook dinsdag geen gezien in dat deel van Zeumeren maar Heimen heeft op dinsdagmorgen wel het kampement van de tankcolonne op het land en de erven van de boerderijen van Elbert Donkersgoed (1) en Klaas Donkersgoed (3) bezocht.                                                                              

Heimen wijst op de sloot waarin men eerst wilde schuilen.

Het Johannabos en de windmolen van Brons aan de Molenweg.

Cees Brons heeft vanaf het erf van het bedrijf aan de Molenweg (12) gezien dat in de maandagvoormiddag aanmerkelijke Duitse versterkingen te voet over de Molenweg en de Garderbroekerweg trokken in de richting van het Garderbroek. Voorts hadden ze op het erf van Brons een kanon in stelling gebracht met de loop gericht op de driesprong Molenweg –  Garderbroekerweg – Brugveenseweg. In de namiddag kwamen de Duitse troepen echter al weer terug “en toen liepen ze nog veel harder”. Maar de Canadezen kwamen niet in het zicht en de Duitsers hebben het kanon toen naar elders verplaatst. Wel was er die maandagnacht en dinsdag herhaaldelijk mitrailleurvuur geweest tussen Duitsers bij hen en Canadezen in het Johannabos. De familie Brons zat die avond en nacht en dinsdag tijdens de gevechten en de beschietingen van Voorthuizen, met hun evacue’s, in totaal ca. 20 personen, in de grote en diepe kelder onder het huis.

Cees Brons staat bij de hoek van de keuken die eruit geschoten werd.

Men had in de keuken op ca. een meter van de open kelderdeur een schouderhoge borstwering van zandzakken gestapeld zodat ze, als ze tevens de buitendeur van de keuken open zetten, over de borstwering heen uitzicht hadden in de richting van de driesprong. Zo zagen ze op maandagavond laat de brand van de timmerwerkplaats van Van Renselaar verderop aan de Molenweg, hoek Harremaatweg, waarbij nog een “etenhaler” uit het westen, die zich buiten de schuilkelder bevond, is omgekomen. Toen een aantal personen bij Brons nog over de borstwering naar de brand stonden te kijken was er plotseling ook een granaat net buiten de hoek van de keuken neergekomen en ontploft. Daarbij was wel de hoek uit de keuken geslagen maar door de bescherming van de borstwering mankeerde daarachter niemand iets. Later bleek dat er wel granaatscherven in de borstwering zaten. Ook is er, eerder of later, uit noordelijke richting nog een Duitse granaat in de nieuwe maalderij, ook kort bij de keuken, terecht gekomen. Die granaat ging eerst ook nog dwars door een zware ijzeren balk en ontplofte pas daarna tussen de machines. Door alle kabaal had men daar echter in de kelder niets van gemerkt. De hoge windmolen met rieten kap stond toen een twintig meter in de richting van het dorp nabij de andere hoek van het huis en men was bezorgd dat die bij brand op het huis zou vallen. Die kans was erg groot wegens het mogelijke gebruik van de molen voor verkenningen. Op dinsdagnamiddag toen de Duitsers zich van daar al hadden teruggetrokken en de Canadezen al vrij dichtbij waren, werd de molen alsnog  in brand geschoten.

De molenonderbouw na de brand met één van de wieken ervoor op de grond.

Men dacht door de Duitsers maar wijlen Dirk Broekhuis uit Zeumeren (13) heeft hen verteld dat hij de huls van de granaat had waar de molen mee in brand is geschoten. De Canadese schutter had Dirk gewezen naar de molen en gevraagd: ”Zie je die molen?” en gezegd: “Straks zie je hem niet meer”. Toen vader Brons merkte dat de molen in brand stond is men uit de kelder en door de tuin achter het huis gevlucht naar de schuilkelder van de familie Elbers vlak bij het Johannabos. Zo hebben alle leden  van de familie Brons en hun evacués het er levend van afgebracht en een uur later was heel Voorthuizen vrij.

Voorthuizen, Gert Jan van Elten.