‘Historisch herbouwen kan hier juist heel goed’
Door Wouter van Dijk Voorzitter Ton Janse van Oud Barneveld reageert hiermee op het plan van wethouder Gerrit Tijmensen om de NS een voorstel te doen voor herbouw van het historisch stationsgebouw. Naar aanleiding van een oproep van oud-huisarts Jan Aalders hebben verschillende Barneveldse bouwbedrijven interesse getoond in het plan. ,,In principe is grondeigenaar NS positief, maar we krijgen nog te maken met een zogenoemde spoorwegbouwmeester, een afdeling binnen NS die zich puur bezighoudt met het soort gebouwen langs spoorlijnen”, zei de wethouder woensdag in deze krant. ,,Deze afdeling, die binnen NS een zware stem heeft, ziet bij nieuwbouw over het algemeen liever moderne architectuur in plaats van herbouw van historische bouwwerken.”
,,Herbouw is absoluut geen idioot plan”, zegt Janse in reactie hierop. ,,Nu hebben we een kans dit te herstellen. Sceptici snappen niet waarom we oude dingen zouden moeten herbouwen. Maar je hoeft maar om je heen te kijken om te weten dat vaak juist dát toegevoegde waarde heeft.” Herbouw kan, als het goed gebeurt, volgens hem ook op zo’n manier dat de juiste sfeer uit die tijd terugkeert. ,,Neem bijvoorbeeld eens een kijkje in de stadscentra van Ieper in Vlaanderen of Münster in Duitsland. Twee steden die in het verleden totaal vernield zijn en toch waan je je in de historie. Misschien hebben Rotterdam en Nijmegen wel spijt dat ze dat destijds na de bombardementen in de oorlog niet gedaan hebben.”
Juist dit soort herbouw geeft volgens Janse sfeer en trekt belangstelling. ,,Want wie gaat er nou voor zijn plezier een dagje Lelystad doen? Wat is de charme van het moderne station van Duivendrecht? Daar is toch niets aan? Ik overdrijf het misschien een beetje, maar het gaat er nu om dat we de juiste keuze maken en de Nederlandse Spoorwegen hiervan kunnen overtuigen.” Wat Janse betreft, wordt zo snel mogelijk begonnen. ,,Dan wordt eindelijk ook mijn ‘jaloezie’ jegens Lunteren en Ede weggenomen, waar de oude stationsgebouwen wel bewaard zijn gebleven.”